Of ik even tijd heb? Wat? Zomaar astenblief om die oproep te beantwoorden midden in mijn vergadering? Zomaar toch niet om in zeven haasten onderweg naar mijn werk de dagelijks herhaalde klachten van mijn bejaarde buurvrouw te moeten aanhoren? Zomaar not again! om mijn kind dat op school is ziekgevallen te moeten gaan ophalen? Wat, nù?
Néé, ik heb geen tijd!